top of page

Leerplankje met hulpwoorden

Noodzaak van hulpwoorden


Bij deze hulpwoorden gaat het erom de juiste klank van de rode klinkers van het Standaardleerplankje weer te geven.  De medeklinkers spelen geen rol, behalve de zachte ‘g’ van gat, die in het Brabants toch echt anders klinkt dan in bv. het Goois. Waar mogelijk zijn de hulpwoorden in het Nederlands, soms zelfs gelijk aan de woorden van het Standaardleerplankje. Het Friese skûtsjesilen geeft een charmante oplossing voor de omzetting van de tweeletterige oe-klank in één klinker.


De Hèlemònse klinkers àà ôô òò èè ö (behalve löss) öö en ó (vgl. de Amsterdamse son voor zon) komen nou eenmaal niet in het Nederlands voor. Daarom is gezocht naar equivalenten in andere talen zoals het Engels (VK), Frans (FR), Duits  en Deens (DK). Het lijkt voor de hand te liggen, maar er is bewust niet gekozen voor bv. vuur, diner op zijn Nederlands uitgesproken en school, want die klinkers worden steeds meer uitgesproken als nieuwe tweeklanken. Ze zijn met hun verglijdende ‘uu’ (fuujr), verglijdende ‘ee’ (dieneej) en verglijdende ‘oo’ (schoowl) niet geschikt om de Hèlemònse klinkers ; ‘uu’, ’ee’ en ‘oo’ aan te duiden. Ut Hèlemòns houdt in veel woorden de klinkers vaak strak.

bottom of page