top of page

Het onbepaald lidwoord

Voorafgaand aan de lidwoorden bij de leerplankjes iets over de Spellinguitspraak in het Nederlands

 
(over de lidwoorden de, het en een, die je correct uit zou dienen te spreken als als du, ut en un)


Wie kastje zegt, zegt een t teveel. De correcte uitspraak is kasje ook al schrijf je het anders. We noemen dit te zorgvuldig willen spreken spellinguitspraak. In het normale spraakgebruik zou ook niemand h-e-t moeten zeggen ook al staat  het er.  In deze drie regels tekst die je nu leest, zul je waarschijnlijk zonder het te weten al vier keer ut gezegd hebben waar het staat. Tel maar na. Dus om niet aan spellinguitspraak te doen, spreek je het gewoon uit als ut. Prima toch. De tweede letter van de is duidelijk de e van pet, maar die spreek je toch niet zo uit. Net zo min laat je de e van het als de e van pet klinken. Ik bedoel maar. Zo zeg je ook un voor een, want als je er maar een bedoelt, dan is het één. 

Onbepaald lidwoord een (Sn) voor alle woorden van de leerplank 

Leerplankje met onbepaald lidwoord.jpg

een man/een vrouw/een kind = ne mens/un vrôôw/un kyntje 


A.    bij mannelijke woorden


Het woord een (in het Sn niet uitgesproken met de ee van eet, maar als un) voor mnl. woorden wordt meestal ne (ne skats), maar wordt n’n voor mnl. woorden beginnend met een klinker (n’n aap). Ook wordt het n’n voor mnl. woorden beginnend met een d (n’n dròl), een h (n’n hònt, waarbij de h soms wegvalt: n’nont) en een t (n’n trap). Voor mnl. woorden met een b komt n’m (n’m bööl). Naast ne komt ook une voor (une skats), un’n (un’n aap) en un’m (un’m bööl)


Pas op! De u geplaatst voor de ne, n’m of n’m heeft niets van doen met de vrl. vorm un.

 
Pas op! Une, un’n en un’m in de betekenis van een (Sn) mogen niet verward worden met ine, in’n en in’m in de betekenis van het telwoord één (Sn). 


Er zijn dus alleen al bij mnl. woorden 6 mogelijkheden om een (Sn) te vertalen in ut Hèlemòns: ne, n’n, n’m, une, un’n en un’m.   Elke verhaspeling is daarbij uit de boze.

 


B.    bij vrouwelijke woorden


Het woord een (in het Sn dus uitgesproken als un) voor vrl. woorden wordt un (un pàn, un zòn, un zaağ, un skeet, un mug, un drøøf, un bón en un skool). 


Pas op! De vrl. vorm un heeft niets van doen met de mnl. vorm une, un’n of un’m. (une vrôôw bestaat niet). 


Pas op! Un mag niet verward worden met èjn in de betekenis van het telwoord één (Sn).


Pas op! in ut Hèlemòns komt de schrijfwijze ’n nooit voor (’n mug?). De apostrof staat namelijk voor weglating en als je de u van un weglaat hou je alleen de n over. Over het verschil in omgaan met dat vreemde kommaatje (apostrof) in ut Hèlemòns en het Sn wordt nadere uitleg gegeven bij Nederlandse Spelling: de apostrof

 


C.    bij onzijdige woorden (het-woorden)


Het woord een (in het Sn uitgesproken als un) voor onzijdige woorden wordt eveneens un, (un skôôp, un ğàt, un wèp, un èèj en un skip). Un mag niet verward worden met het telwoord èjn voor één (Sn). 
 

Het onderscheid tussen vrl. en onzijdig is bij un-woorden niet te horen: un vrôôw/un kyntje
 

bottom of page