top of page

inleiding de lèèrplèñkskes

Overzicht
 

De volgende leerplankjes, Hèlemònse lèèrplèñkskes, worden allemaal afzonderlijk opgediend, want ze hebben met hun bijschrijvingen elk hun eigen leerfunctie. Zo beginnen we met 1. het standaardleerplankje waarop tekening en woord gekoppeld zijn. De meest in het oog springende zaken worden toegelicht. Dit wordt gevolgd door het leerplankje 2. met hulpwoorden die de klinkeruitspraak ondersteunen. Vervolgens zijn bij 3. de woordgeslachten bijgevoegd. Op 4. en 5. worden de lidwoorden getoond en bij 6. en 7. de aanwijzende naamwoorden. 8. geeft het bezittelijk voornaamwoord.  Bij 9. wordt de methode aangereikt om het woordgeslacht te vinden en als aanvulling op het standaardleerplankje volgen dan nog 10. oefenrijtjes bij elk van de 26 klinkers. 11. Met toelichting bij oefenrijtjes


 

Voor wie?


We geven het mee aan onze kinderen en kleinkinderen en achterkleinkinderen die ut Hèlemòns  niet meer voldoende hebben meegekregen. Voor later. We doen het voor elke Helmonder die Helmond en het Helmonds een goed hart toedraagt, nu en in de toekomst. En we doen het vur èleken Hèlemònder èn èleke Hèlemònse, niet om hem of haar te beleren, maar om te informeren, bij te praten en vooral te delen hoe waardevol ons dialect is. Ut Hèlemòns is wèrkelek wôôr un taal um ğruts òp te zin

Over het Leerplankje en Werkwijze 


Ut Hèlemòns Lèèrplèñkske: Duurzaam, didactisch, klankzuiver, consequent, onderbouwd. 
Ut Hèlemòns Lèèrplèñkske: imôl afğesprooke, dàn bly dè ààlt vórt zó.  
Ut Hèlemòns Lèèrplèñkske: Wôrum mûjlek às ut ók ğemakelek kèn.

Ut Hèlemòns Lèèrplèñkske: (ğin lèèsplèñkske)


•   waarop het dialect van Helmond letter voor letter is vastgelegd voor later als er geen moedertaalsprekers         meer zullen zijn.
•   wat in een klankzuivere spelling elke Hèlemònse nuance weergeeft.
•   waarvan het niet de bedoeling is om het nu in te ruilen voor wat gangbaar en goed is, maar wat vooral             gericht is op de toekomst om onze niet eerder opgetekende klinkerrijkdom voor goed te vrijwaren voor               verlies.
•   waarmee iedereen gemakkelijk Hèlemòns kan leren, omdat er nauwelijks spellingregels zijn en zeker geen         uitzonderingen. Às ğe ut lèèrplèñkske kèènt, kàànde Hèlemòns lèèze èn skreeve.
•  waarmee volledig wordt waargemaakt: Schrijf zoals je praat en praat zoals je schrijft. Skreef zóàs ğe prôt èn       prôt zóàs ğe skreeft.
•   waarop niks aan het toeval is overgelaten, omdat elk woord op de juiste plek staat.
•   waarvan op www.detaalvanhelmond.nl geluidsopnames beschikbaar zijn.


Inhoud:


•   Geen opvallende of mooie woorden, wel 29 uitgekiende eenlettergrepige woorden plus één                                meerlettergrepig woord.
•    Met 12 korte klinkers op rij 1 en 3, die één op één gekoppeld zijn aan de
•    12 lange klinkers op rij 2 en 4 en  2 korte klinkers op rij 5 die op zichzelf staan.
•    Met alle 16 benodigde medeklinkers en 3 speciale medeklinkers op rij 5 (g en ğ voor harde en zachte g en         ñ voor ng).

 

Nooit inwisselbaar: 


•    Elke klinker staat volledig op zich en kan nooit voor een andere doorgaan. Ut Hèlemòns is niet zoals het              Nederlands, waar we andere regels geleerd hebben en een a net zo goed kort of lang kan klinken.  


      Hak/hakken Als in het Nederlands de a in het meervoud a moet blijven, dan verdubbelen we de                        daarachter komende medeklinker. 


      Hak/hake Als in ut Hèlemòns de a in het meervoud a blijft, dan schrijven we gewoon a en verandert er              letterlijk verder niks. 


      Zaken Als in het Nederlands de a in het meervoud als aa moet worden uitgesproken, dan schrijven we a            en  zorgt één daarachter komende medeklinker ervoor dat we aa zeggen. 


      Zaake Als in ut Hèlemòns de a in het meervoud als aa moet worden uitgesproken, dan schrijven we aa en        zorgt niks wat daarachter komt ervoor dat het anders zou moeten klinken. 


      Pas op: de Nederlandse woorden: water, later, vader zijn wat betreft betekenis en schrijfwijze identiek aan        ut Hèlemòns.  Alleen in uitspraak is de Nederlandse a lang en in ut Hèlemòns is de a kort, want anders had        er wel aa gestaan (zoals in kaater). Het Nederlandse woord alle kan niet zonder de dubbele medeklinker.          In ut Hèlemòns is àle niet fout te lezen. De à is à èn bly kònsekwènt in àle ğevàle z’n èèjğe. Èfkes wène.              Mar vur wy lyver àlle wil skreeve mi un verdubeliñ , ók pryma. Dès in yder ğevàl ny fawt te lèèze. Mar ik dû          ut ànders. 

 

Korte en lange klinkers:


•    Kort uitgesproken klinkers worden altijd met 1 letter weergegeven (rij 1 en 3) 
•    lang uitgesproken klinkers als verdubbeling ervan (rij 2 en 4) skats aap enz.
•    Uitzonderingen rij 3 en 4, kolom 3,4,5,6: 

      Verlenging van ü (van küs) zou üü hebben kunnen zijn, maar wordt voor het gemak de vertrouwde uu                (van  uul). 
      Verlenging van i (skip) laat een ee horen (skeet). 
      Verlenging van u (mug) laat een øø horen (drøøf).
      Verlenging van ó (van bón) zou óó hebben kunnen zijn, maar wordt voor het gemak de vertrouwde oo              (van skool). 

 

Uitgangspunten: 


•    Geen 2 verschillende letters voor één klank (oe, ie, eu) zoals soek (straathond) of fiets, maar 1 letter voor            één klank: sûk, fyts (of eventueel verdubbeling: skûûn, ryyk).
•    Waar in het Nederlandse woord schenk de ‘n’ hoorbaar staat voor een ng-klank, wordt in ut Hèlemòns ñ            (skèñk) gebruikt, ook voor riñ.  Dus 1 letter voor één klank: -ng wordt ñ
•    Geen tweeklanken (au/ou, ei/ij, ui) maar twee opeenvolgende klanken (èè+j: èèj).
•    De twee letters voor één klank ch in bv. licht krijgt 1 letter voor één klank: ligt.
•    Een hoorbare t (mand) wordt als t geschreven: màànt en een hoorbare p (web) wordt als p geschreven:          wèp.
•    Uit het Nederlandse alfabet worden de letters c, q, x niet gebruikt. (c wordt s of k, q wordt k, x wordt ks).

Werkwijze


Às ğe ut lèèrplèñkske kèènt, kàànde Hèlemòns lèèze èn skreeve. 


Dit is niet overdreven. Ut Lèèrplèñkske is een didactisch hulpmiddel. Bij twijfel over hoe je een bepaalde klinker goed uitspreekt of hoe je een klinker correct schrijft, kun je er altijd op terugvallen. Voorwaarde is dat je ut Lèèrplèñkske kent en je alle woorden in onvervalst Hèlemòns kunt uitspreken. Oefening baart kunst. Geëigende hulpmiddelen zijn natuurlijk in dit Tabblad: 1. de gesproken Leerplankjes, 2. het Leerplankje met hulpwoorden en 3. eventueel de oefenrijtjes. 


Bij het vertalen van het Nederlands naar ut Hèlemòns bewijst ut Lèèrplèñkske uitstekende  diensten. Hoe gebruik  je het in om bv. te vertalen? 


Te koop aangeboden: drie albums met luciferdoosjesmerkenverzameling, tevens vijf sigarenbandjes- en suikerzakjesplakboeken. 


Vraag als het nodig is een degelijke moedertaalspreker die rustig stukje voor stukje voorspreekt. Medeklinkers zijn gemakkelijk thuis te brengen. Alleen even oppassen bij harde of zachte ‘g’ en de ‘ñ’. Het zijn vooral de klinkers waar het om draait. Vanaf de eerste klinker van  ‘Te’ zoek je naar de rijmende klinker op het plèñkske en kom je uit op vèèreke. Hebbes. Ook niet zo moeilijk, want het ene ‘te’ is het andere ‘te’. Koop is een ander verhaal. Als je kôwp hoort (doe even net of je het niet ziet maar alleen hoort), kun je de medeklinkers alvast noteren, k-w-p, maar daarmee heb je de juiste ô nog niet één, twee, drie gevonden. Je hoort een korte klinker, dus rij 2 en 4 vallen al af. Maar dan nog is er is te veel keus, nl. o, ô, ò, ö en ó. Test m.b.v. de vijf betreffende  standaardwoorden wat rijmt op de gehoorde klinker. Dus: vos kowp. zôk kôwp, zòn kôwp, bört kôwp en bón kôwp. Je hoeft geen dichter te zijn om ò, ö en ó sowieso te schrappen. De o van vos dan? Maar die is op z’n Hèlemòns te donker. De ô van zôk voldoet het best. Laat je echter niet beïnvloeden door de letter w na de ô, want die trekt veel aandacht. Het is in dit geval het beste om, zoals we dat in ut Hèlemòns doen, de twee letters uit elkaar te rafelen (twee klanken ô+w en niet één tweeklank au/ou). Je kunt in zo’n twijfelgeval de twee eindletters -wp even weglaten en zô vergelijken met kô.. . Dat rijmt perfect. Verder met de Nederlandse aa die een korte ‘a’ van an- wordt en rijmt op de ‘a’ van skats enz. Op deze manier beschreven lijkt het een moeizaam proces, maar in de praktijk word je bedreven en vooral snel en schrijf je voor je het weet:


Te kôwp anğebóje: dryy àlbums mi lüsiferdøøskesmèrkeverzaameliñ èn ók nôg ók vèèjf syğaarebèèntjes- èn sôôjkerzèkskesplèkbûke.   


Waag je zelf maar aan het getal 3.007.517.838 met 13 verschillende Hèlemònse klinkers (4 lange en 9 korte). 
 

Dryymiljartzøøvemilj… 

bottom of page